De Dam als nationaal matras

MALIKA SEVIL

AMSTERDAM - Vandaag de dag is het moeilijk voor te stellen, maar toeristen hebben met verbijstering staan kijken hoe Nederlanders hun eigen Nationale Monument op de Dam 'verkwanselden'.

Zitten en eten op een gedenkteken - hadden die rare Hollanders dan geen enkel respect?

Inmiddels bestaat het monument voor de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog vijftig jaar, vandaag op de kop af zelfs, en heeft het zich ontwikkeld tot een hangplek waar lieden een snelle hap naar binnen werken, een jointje roken of zomaar wat zitten te zitten. Fietsrek en Nationaal Monument tegelijk. Straatmeubilair met geschiedenis. Onder de duivenstront. Precies zoals beeldhouwer John Raedecker en architect J.J.P Oud het bedoeld hadden, want de ontwerpers maakten de treden júist om op te zitten, om zo 'het monument een deel van ons aller leven te maken'.

Hoe dan ook, de toeristen vonden het een regelrechte schande: in 1959 stroomde de ene na de andere klacht over het misbruik van het monument binnen bij de VVV, de gemeente en de politie. ''Je gaat toch ook niet op het graf van de onbekende soldaat zitten.''

Overigens gaat de verjaardag van het oorlogsmonument vandaag, op dodenherdenking, geruisloos voorbij. Koningin Juliana onthulde het oorlogsmonument op 4 mei 1956 - een zuil van 22 meter hoog met 34 beelden en reliëfs van onder meer geboeide mannenfiguren en verzetshelden met huildende honden, symbool voor smart en trouw.

Het Nationaal Monument op de Dam is overigens niet het eerste gedenkteken. Direct na de bevrijding werd een Vrijheidsboom voor het Paleis op de Dam geplant, en nadat de regering in 1946 had besloten dat er een nationaal monument moest komen, werd er tijdelijk een gebogen bakstenen muur geplaatst. In de nissen stonden elf urnen met aarde afkomstig van fusillade- en erebegraafplaatsen uit de toenmalige elf provincies, en een urn met aarde van de erevelden uit het voormalig Nederlands-Indië.

De pyloon is altijd een populaire hangout gebleven, zeker in 1969 toen Amsterdam gold als hippiecentrum. Op hoogtijdagen werden op en rond de Dam wel duizend Damslapers geteld. Op 25 augustus 1970 de Dam op eigen houtje schoongeveegd door mariniers en matrozen, gewapend met koppelriemen.

In 1995 vielen er ineens een paar stukken van het monument. Na een ingrijpende opknapbeurt in 1997 moet Nederlands beroemdste zuil zijn opgewassen tegen de volgende vijftig jaar.

© Het Parool, 04-05-2006

mariniers


Hippies van de Dam geveegd

bron: seniorplaza.nl

Eind vijftiger jaren werden de mensen langzamerhand een beetje mondiger. Hoewel het conservatisme nog hoogtij vierde was men voorzichtig het pad van de vernieuwing ingeslagen en niet meer klakkeloos getrouw aan de overheid en de kerk.. De bewegende beelden die men de huiskamer binnenkreeg via het nieuwe medium televisie droegen ertoe bij dat informatie over andere landen en streken en andere ideeën toenam. Daarvóór was men aangewezen op de radio en het filmjournaal in de bioscoop.

In de zestiger jaren ontstonden bewegingen die zich afzetten tegen de maatschappij. Het was de tijd van de Provo's, Kabouters, de huizenkrakers en hippies. Veel jongeren met lang haar en gitaar trokken naar Amsterdam. Veel geld hadden ze niet, dus overnachtten ze op de Dam, gewoon in de buitenlucht. Dat werd ook internationaal bekend en in de tweede helft van de zestiger jaren trokken ook steeds meer buitenlandse jongeren naar Amsterdam. In de winter als het te koud was trokken ze weg om in de zomer daarop weer terug te keren. Toevallig waren de zomers van eind zestiger jaren erg zwoel, zodat het niet zo erg was om buiten te bivakkeren. Het enige dat deze jongeren deden was blowen, muziek maken, discussiëren en de liefde bedrijven in hun meegebrachte slaapzak. Men bevond zich veelal op en rond het Nationaal Monument op de Dam, dat is opgericht voor de Nederlandse soldaten en leden van het verzet die tijdens de Tweede Wereldoorlog omgekomen zijn. Deze hippies beschouwden Amsterdam als een "vrijstad" waar ze elkaar konden ontmoeten en als een plaats waar nieuwe ideeën geboren konden worden. Door de grote hoeveelheid mensen liep het uit de hand. Het gemeentebestuur van Amsterdam wist eigenlijk niet goed wat ze met deze jongeren aanmoest. De beelden van deze "Damslapers" werden over de hele wereld verspreid. In de Nederlandse huiskamers werd er veel over gediscussieerd. Terwijl veel jongeren het vaak met enige of volledige instemming aanzagen waren veel ouderen het met deze anarchistische groep volstrekt oneens. Oud-strijders spraken van het ontheiligen van het Nationaal Monument.

In augustus 1970 vond de gemeente Amsterdam het welletjes. Er werd een slaapverbod ingesteld voor de Dam. Toen dit door de politie in drie talen aan de aanwezigen werd medegedeeld, braken heftige rellen uit die drie dagen duurden. Politievoertuigen werden omgegooid, de banden werden lekgestoken of de ruiten werden eruit geslagen. Kortom de zaak was ernstig uit de hand gelopen. Onder het motto dat hun vriendinnen en verloofdes lastiggevallen werden als ze na het afscheid van het Centraal  Station naar huis gingen, kwam een groep van jonge mariniers de politie "te hulp". Op 25 augustus 1970 sloegen de mariniers de hippies met knuppels en koppelriemen van de Dam. Ook deze beelden gingen weer de hele wereld over via de televisie. Velen waren geschokt bij het zien van deze beelden, maar bij anderen kon de actie op sympathie rekenen.

Het is een voorbeeld van die tijd waarin het conflict tussen twee groepen burgers centraal staat. Aan de ene kant was er de "nette burgerij" die achter de mariniers stonden en aan de andere kant een groep van "vrijdenkers" die voor de hippies waren.

De hippies durfden niet meer terug te keren naar de Dam en vestigden zich voortaan in het Vondelpark. En hoewel ze ook daar voor de nodige overlast voor de omwonenden zorgden, werden ze verder met rust gelaten.

 

bron: seniorplaza.nl

hippies